‘Elke arts rondom de patiënt heeft zijn eigen aandeel’
maandag 9 oktober 2017‘Op het moment dat een neuroloog of revalidatiearts weet wat een bedrijfsarts of verzekeringsarts doet, ontstaat er makkelijker samenwerking. Zo kom je tot betere zorg voor de patiënt.’ Sylvia van der Burg over haar drijfveer om namens de sociaal geneeskundigen het nieuwe compacte KNMG-bestuur te versterken.
Het is natuurlijk een enorm cliché,’ zegt Sylvia van der Burg lachend, ‘maar het is echt zo: samen zijn we sterker.’ Vol enthousiasme is de verzekeringsarts begonnen aan haar rol als bestuurder-nieuwe-stijl. Ze vertegenwoordigt cluster 3; sociale geneeskunde. Ze noemt meteen een voorbeeld van een KNMG-beleidsprogramma waarin die onderlinge versterking volgens haar tot uiting komt: ‘Gezondheid voorop’. ‘Preventie van gezondheidsschade en het bevorderen van gezondheid bindt alle artsen in Nederland. Ik vind het belangrijk dat de KNMG namens alle artsen hierbij de maatschappelijke dialoog voert. Om zo bij te dragen aan optimale zorg.’
Makkelijker samenwerking
Van der Burg verwacht veel van de samenwerking met de andere twee clusters. ‘Als ik collega’s uit mijn werkveld vraag naar wat de KNMG doet, noemen ze vaak de richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’. Het medisch beroepsgeheim is het fundament van ons arts zijn. Er zijn vaak vragen over het beroepsgeheim en gegevensverstrekking en de richtlijn biedt dan houvast. Maar er zijn veel meer onderwerpen die ons allemaal aangaan. Recentelijk hebben we bijvoorbeeld met alle artsenorganisaties binnen de KNMG een gezamenlijke visie ontwikkeld op de toekomst van de arbeidsgerichte medische zorg. Ik heb gezien dat op het moment dat een revalidatiearts of neuroloog weet wat een bedrijfsarts of verzekeringsarts doet, er makkelijker samenwerking ontstaat. Mensen zien: elke arts rondom de patiënt heeft zijn eigen aandeel en door elkaars expertise te kennen en met elkaar samen te werken krijgt de patiënt betere zorg. Voor mij was de totstandkoming van deze visie echt een mijlpaal. Ik hoop dat we er de komende jaren nog sterker van overtuigd raken dat het goed is dat we elkaar opzoeken.’
Meer samenhang
Van der Burg wil er tegelijkertijd voor zorgen dat haar eigen achterban zichtbaarder wordt binnen het geheel. ‘Een kwart van alle artsen werkt in de sociale geneeskunde. Dat is dus best een grote groep, maar ook een heterogene. Ik wil zorgen voor meer samenhang, zodat we onszelf sterker kunnen laten horen. Bijkomend voordeel van het bundelen van onze krachten is dat we van elkaar kunnen leren.’ Om deze ambities waar te maken, staat Van der Burg dan ook voortdurend in contact met haar achterban. ‘Ik vind het prettig om samen met andere mensen iets te bereiken. Ik wil zichtbaar zijn, benaderbaar. Met de besturen van de KAMG, NVAB en NVVG heb ik periodiek overleg voor afstemming. Tussendoor houden we elkaar op de hoogte via telefoon of mail.’ Waar ze ook zeker werk van wil maken, is de plek van de sociale geneeskunde in het nieuwe raamplan voor de basisopleiding tot arts. ‘We roepen al jaren dat er in de opleiding te weinig aandacht is voor dit vak. Dat wil ik nu veranderen. Wat ik graag wil, is dat alle artsen waarde hechten aan wat de KNMG zegt. Maar ook dat de KNMG voor álle artsen van belang is.’
Bron: Medisch Contact